Afstudeerscriptie

Robin Bruns

 

06-02-2020

 

Binnen de huidige lineaire economie hanteren we het principe van take-make-waste, waarin we op hoog tempo grondstoffen delven, er producten van maken en vervolgens al heel snel deze producten afschrijven en degraderen tot afval. Dit heeft tot gevolg dat de beschikbare grondstoffen op aarde langzaamaan op raken. Daarnaast raken ecosystemen vervuild en beschadigd door al dat afval en de emissies die vrijkomen bij de productieprocessen.

Voor de bouwsector, welke verantwoordelijk is voor 40% van het geproduceerde afval in Nederland, liggen hierin grote uitdagingen, maar zeker ook kansen.

Om deze problematiek op te lossen pleiten vele instanties voor een transitie naar een duurzaam gedreven circulaire economie, waarin de waarde van grondstoffen behouden blijft en we schadelijke emissies en afval elimineren. Een biologische en technische kringloop vormen de grondstofstromen die mogelijk zijn binnen een circulaire economie. Deze kringlopen bieden ruimte voor met name hernieuwbare en permanente grondstoffen.

Om circulaire gebouwen mogelijk te maken, zijn er in dit onderzoek vijf belangrijke randvoorwaarden opgesteld: hergebruik, demontabelheid, levensduur, massa en herkomst.
Om waardebehoud mogelijk te maken binnen de bouw is hergebruik van grondstoffen en (bouw)materialen essentieel. Echter, is het enkel mogelijk om deze materialen en grondstoffen her te gebruiken wanneer deze toegankelijk zijn. Demontabelheid is dus een directe voorwaarde voor hergebruik. De randvoorwaarde levensduur is van belang bij het besparen van grondstoffen. Wanneer gebouwonderdelen langer mee gaan, hoeven ze minder snel vervangen te worden. Daarnaast is het mogelijk dat gebouwonderdelen een langere levensduur hebben dan dat het gebouw gebruikt wordt. In dat geval kunnen deze onderdelen hergebruikt worden in een ander gebouw en een tweede levensfase ingaan. Net als de randvoorwaarde levensduur, gaat ook de randvoorwaarde massa over het besparen van grondstoffen. Immers, wanneer een functioneel onderdeel lichter uitgevoerd wordt, worden er minder grondstoffen voor dat onderdeel verbruikt. Daarnaast heeft een lichtere massa een positief effect op de schadelijke emissies die vrijkomen tijdens de transport en tijdens de bouw. Tot slot worden de volledige neveneffecten op ecosystemen ondervangen in de randvoorwaarde herkomst.

Wanneer deze randvoorwaarden meewegen in de materiaalkeuze van een gebouw en tijdens de engineering extra aandacht wordt besteed voor het demontabel en toegankelijk uitvoeren van de verbindingen, is het mogelijk een gebouw te realiseren met een hoge circulaire kwaliteit.

In mijn onderzoek gebruik ik de term “Losmaakbaarheid” Deze term is opgesteld door ALBA Concepts (adviesbureau voor circulaire bouw). Binnen mijn onderzoek heb ik hier wel goed naar verwezen, maar misschien is dat niet zo handig voor op de website, dus vandaar: demontabelheid.

Afstudeerscriptie

Robin Bruns

 

06-02-2020

 

Binnen de huidige lineaire economie hanteren we het principe van take-make-waste, waarin we op hoog tempo grondstoffen delven, er producten van maken en vervolgens al heel snel deze producten afschrijven en degraderen tot afval. Dit heeft tot gevolg dat de beschikbare grondstoffen op aarde langzaamaan op raken. Daarnaast raken ecosystemen vervuild en beschadigd door al dat afval en de emissies die vrijkomen bij de productieprocessen.

Voor de bouwsector, welke verantwoordelijk is voor 40% van het geproduceerde afval in Nederland, liggen hierin grote uitdagingen, maar zeker ook kansen.

Om deze problematiek op te lossen pleiten vele instanties voor een transitie naar een duurzaam gedreven circulaire economie, waarin de waarde van grondstoffen behouden blijft en we schadelijke emissies en afval elimineren. Een biologische en technische kringloop vormen de grondstofstromen die mogelijk zijn binnen een circulaire economie. Deze kringlopen bieden ruimte voor met name hernieuwbare en permanente grondstoffen.

Om circulaire gebouwen mogelijk te maken, zijn er in dit onderzoek vijf belangrijke randvoorwaarden opgesteld: hergebruik, demontabelheid, levensduur, massa en herkomst.
Om waardebehoud mogelijk te maken binnen de bouw is hergebruik van grondstoffen en (bouw)materialen essentieel. Echter, is het enkel mogelijk om deze materialen en grondstoffen her te gebruiken wanneer deze toegankelijk zijn. Demontabelheid is dus een directe voorwaarde voor hergebruik. De randvoorwaarde levensduur is van belang bij het besparen van grondstoffen. Wanneer gebouwonderdelen langer mee gaan, hoeven ze minder snel vervangen te worden. Daarnaast is het mogelijk dat gebouwonderdelen een langere levensduur hebben dan dat het gebouw gebruikt wordt. In dat geval kunnen deze onderdelen hergebruikt worden in een ander gebouw en een tweede levensfase ingaan. Net als de randvoorwaarde levensduur, gaat ook de randvoorwaarde massa over het besparen van grondstoffen. Immers, wanneer een functioneel onderdeel lichter uitgevoerd wordt, worden er minder grondstoffen voor dat onderdeel verbruikt. Daarnaast heeft een lichtere massa een positief effect op de schadelijke emissies die vrijkomen tijdens de transport en tijdens de bouw. Tot slot worden de volledige neveneffecten op ecosystemen ondervangen in de randvoorwaarde herkomst.

Wanneer deze randvoorwaarden meewegen in de materiaalkeuze van een gebouw en tijdens de engineering extra aandacht wordt besteed voor het demontabel en toegankelijk uitvoeren van de verbindingen, is het mogelijk een gebouw te realiseren met een hoge circulaire kwaliteit.

In mijn onderzoek gebruik ik de term “Losmaakbaarheid” Deze term is opgesteld door ALBA Concepts (adviesbureau voor circulaire bouw). Binnen mijn onderzoek heb ik hier wel goed naar verwezen, maar misschien is dat niet zo handig voor op de website, dus vandaar: demontabelheid.